Zoeken op website

Leer hoe u uw 'PATH'-variabelen permanent instelt in Linux


In Linux (ook UNIX) is ` PATH een omgevingsvariabele, die wordt gebruikt om de shell te vertellen waar hij moet zoeken naar uitvoerbare bestanden. De ` PATH variabele biedt grote flexibiliteit en veiligheid aan de Linux-systemen en het is zeker veilig om te zeggen dat het een van de belangrijkste omgevingsvariabelen is.

Mis het niet: Hoe u lokale, gebruikers- en systeembrede omgevingsvariabelen in- en uitschakelt

Programma's/scripts die zich in de map ` PATH bevinden, kunnen rechtstreeks in uw shell worden uitgevoerd, zonder het volledige pad ernaartoe op te geven. In deze tutorial leert u hoe u de ` PATH variabele globaal en lokaal kunt instellen.

Laten we eerst eens kijken naar de waarde van uw huidige ` PATH. Open een terminal en geef het volgende commando:

echo $PATH

Het resultaat zou ongeveer zo moeten zijn:

/usr/local/sbin:/usr/local/bin:/usr/sbin:/usr/bin:/sbin:/bin:/usr/games:/usr/local/games

Het resultaat toont een lijst met mappen gescheiden door dubbele punten. U kunt eenvoudig meer mappen toevoegen door het shellprofielbestand van uw gebruiker te bewerken.

In verschillende shells kan dit zijn:

  1. Bash-shell -> ~/.bash_profile, ~/.bashrc of profiel
  2. Korn Shell -> ~/.kshrc of .profile
  3. Z-shell -> ~/.zshrc  of .zprofile

Houd er rekening mee dat, afhankelijk van de manier waarop u inlogt op het betreffende systeem, er mogelijk een ander bestand wordt gelezen. Dit is wat de bash-handleiding zegt, houd er rekening mee dat de bestanden vergelijkbaar zijn voor andere shells:

/bin/bash
The bash executable
/etc/profile
The systemwide initialization file, executed for login shells
~/.bash_profile
The personal initialization file, executed for login shells
~/.bashrc
The individual per-interactive-shell startup file
~/.bash_logout
The individual login shell cleanup file, executed when a login shell exits
~/.inputrc
Individual readline initialization file|

Gezien het bovenstaande kunt u meer mappen toevoegen aan de variabele ` PATH door de volgende regel toe te voegen aan het overeenkomstige bestand dat u gaat gebruiken:

export PATH=$PATH:/path/to/newdir

Natuurlijk moet u in het bovenstaande voorbeeld “/path/to/newdir” wijzigen met het exacte pad dat u wilt instellen. Zodra u uw .*rc- of .*_profile-bestand heeft gewijzigd, moet u het opnieuw oproepen met de opdracht “source”.

In bash kun je bijvoorbeeld dit doen:

source ~/.bashrc

Hieronder ziet u een voorbeeld van mijn ` PATH-omgeving op een lokale computer:

marin@[TecMint]:[/home/marin] $ echo $PATH

/usr/local/sbin:/usr/local/bin:/usr/sbin:/usr/bin:/sbin:/bin:/usr/games:/usr/local/games:/home/marin/bin

Dit is eigenlijk een goede gewoonte om een lokale “bin”-map voor gebruikers te maken waar ze hun uitvoerbare bestanden kunnen plaatsen. Elke gebruiker heeft een aparte map waarin hij zijn inhoud kan opslaan. Dit is ook een goede maatregel om uw systeem beveiligd te houden.

Als u vragen heeft of problemen ondervindt bij het instellen van uw omgevingsvariabele ` PATH, aarzel dan niet om uw vragen in het commentaargedeelte hieronder te stellen.